De coronacrisis heeft voor de vastgoedmarkt (nog) geen grote gevolgen gehad en daarmee ook niet voor het grondbedrijf. Grote effecten of veranderingen hebben daarom afgelopen jaar dan ook niet plaatsgevonden. Dit is dan ook terug te zien in de financiële resultaten van het grondbedrijf. Niet alleen de goede vastgoedmarkt zorgt voor een stabiel resultaat, maar ook de afnemende ontwikkelportefeuille van het grondbedrijf zorgt daarvoor. Immers een project in de voorfase van een ontwikkeling kent grotere onzekerheden, en daarmee risico's, dan projecten die al meer in de eindfase zitten. Daar zijn bijvoorbeeld al verkoopcontracten gesloten en zijn veel civiele werkzaamheden al uitgevoerd.
De stabiliteit heeft het afgelopen jaar dan ook wederom tot een positief resultaat geleid van ruim € 6,8 miljoen. Net als voorgaande jaren hebben de (verplichte) tussentijdse winstnemingen en, in iets minder mate het onderdeel erfpacht, in belangrijke mate bijgedragen aan het positieve resultaat over 2020. Het grondbedrijf heeft voldoende buffers om de huidige risico's binnen de (grondexploitatie) projecten zelf te dragen.
Die stabiliteit heeft wel een keerzijde, namelijk dat Arnhem nog maar weinig eigen (grond)posities heeft om zelf sturing te geven aan ruimtelijke en programmatische (bijvoorbeeld extra woningbouw) vraagstukken. Door middel van ontwikkelingsperspectieven wordt nu wel voor diverse delen van de stad, bijvoorbeeld Kronenburg en de oostelijke zijde van de stad (Presikhaaf en Spoorzone), nagegaan hoe programmatische, duurzaamheids- en sociale vraagstukken ruimtelijk vertaald moeten worden. Ingrepen in de bestaande stad zullen daarbij altijd kostbaarder en ingewikkelder zijn dan wanneer dat kan plaatsvinden in een uitbreidingswijk. Hoe verder uitvoering wordt gegeven aan de ontwikkelingsperspectieven zal de komende tijd verder uitgewerkt gaan worden. Een combinatie van zowel actief als facilitair grondbeleid lijkt hierbij het meest realistische scenario.